Zweden

Zweden

unsplash_QFsaSU7uzQc.jpg

Algemeen
Het koninkrijk Zweden maakt onderdeel uit van Scandinavië. In het westen en noorden grenst het aan Noorwegen, in het oosten aan Finland en in het zuidwesten middels een brug aan Denemarken. Zweden heeft een oppervlakte van 449.964 km². Hiermee is het qua oppervlakte het op twee na grootste land binnen de Europese Unie. In vergelijking met Nederland is Zweden bijna elf keer groter. Net als Amsterdam is de Zweedse hoofdstad Stockholm omgeven door water. De stad is op 14 eilanden gebouwd, die door 57 bruggen met elkaar zijn verbonden. Van noord naar zuid gemeten is Zweden 1.572 km lang en op het breedste punt circa 500 km breed. Het hoogste punt van Zweden is de berg Kebnekaise. De top van deze in het noorden van Zweden gelegen berg ligt 2.104 meter boven zeeniveau. Sinds 1 januari 1995 is Zweden lid van de Europese Unie. Zweden is geen lid van de Europese Monetaire Unie (EMU). De Zweedse kroon is de officiële valuta.

Klimaat

unsplash_ohLFQcOjVc4.jpg

In de zuidelijkste kustgebieden van Zweden heerst een gematigd zeeklimaat. De zomers zijn er relatief warm en lang, terwijl de winters er niet erg streng zijn. In dit gebied komen veel loofbomen voor en duurt de vegetatieperiode gemiddeld ongeveer 250 dagen. In het zuidelijke binnenland, grote delen van midden-Zweden en verder naar het noorden heerst een gematigd landklimaat. Dit wordt gekenmerkt door een kortere vegetatieperiode en lange winters. In dit gebied komen met name naaldbomen voor. In de noordelijke kustgebieden is de vegetatieperiode gemiddeld circa 160 dagen. In het noordelijke berggebied, dat wil zeggen in het noordelijkste deel van Zweden, heerst een poolklimaat. Januari en februari zijn de koudste maanden. De gemiddelde temperaturen per etmaal variëren dan van circa 0 graden in het zuidelijkste deel van Zweden tot -17 graden in het noordelijke binnenland. De winters in Zweden zijn beduidend milder dan die op dezelfde breedtegraad in Noord-Amerika en Azië. Dit komt door de nabijheid van de warme golfstromen in het westen. Juli is normaal gesproken de warmste maand van het jaar in het hele land. De temperatuurverschillen tussen het noorden en het zuiden van het land zijn dan miniem. De gemiddelde temperatuur per etmaal ligt dan rond de 17 graden. Enkel de hoogste berggebieden hebben dan een gemiddelde temperatuur per etmaal onder de 10 graden. De jaarlijkse neerslag is circa 500-1000 mm in bijna het hele land en is relatief gelijkmatig over het jaar verdeeld. De winters in het noorden zijn donker en bieden slechts weinig zonuren, terwijl de zomers veel zon bieden. Middenin de zomer gaat de zon er zelfs niet onder. Dit is een uniek verschijnsel en wordt middernachtzon genoemd.

Economie

Zweden heeft een markteconomie met een grote publieke sector en gesubsidieerde sectoren. Belangrijke sectoren zijn de industrie, de bosbouw, en de dienstverlenende sector. De private sector staat voor circa 90% van de industriële productie in Zweden. De dienstverlenende sector maakt circa 70% van het BNP uit. De grote aanwezigheid van bos, mineralen en andere natuurlijke produkten, in combinatie met technologie en effectieve organisatie, heeft Zweden tot een belangrijk exportland gemaakt. De meeste handel drijft Zweden met andere Europese landen. De export maakt circa 50% van het BNP uit. Duitsland is daarin de belangrijkste handelspartner. Het land heeft een modern logistiek systeem, goede interne en externe verbindingen en een goed geschoolde arbeidsbevolking.

Agrarische sector

unsplash_qSATZTUO8NY.jpg

De agrarische sector was voorheen een belangrijke schakel in de Zweedse economie, maar heeft met de jaren aan belang verloren. Heden zijn er 72.000 landbouwbedrijven in Zweden. In 1970 waren dat er meer dan dubbel zoveel. Toch is de productie niet achteruit gegaan, omdat de bedrijven aanmerkelijk in omvang zijn toegenomen. Vandaag de dag heeft een Zweeds agrarisch bedrijf gemiddeld ongeveer 36 hectare akkerland. Dat is bijna dubbel zoveel dan 40 jaar geleden. Daarbij is de opbrengst per hectare en per dier ook hoger dan in het verleden. Ongeveer 2% van de arbeidsbevolking is werkzaam in de landbouw. Ongeveer 6,8% van het totale oppervlakte van Zweden (2.790.000 ha.) wordt gebruikt voor de land- en tuinbouw. Hooi, graan (met name haver, tarwe en rogge), aardappelen, andere knolgewassen, groenten en fruit zijn de belangrijkste landbouwproducten. Tarwe, oliehoudende gewassen en suikerbieten worden veel in het zuiden van Zweden verbouwd. Men produceert er nagenoeg voldoende om heel Zweden zelfvoorzienend te maken voor wat betreft suiker. Verder naar het noorden zijn gerst en haver belangrijke gewassen. De veehouderij is een ander belangrijk deel binnen de agrarische sector in Zweden. Met name als het gaat om de productie van vlees, melk en eieren. Een groot deel van de inkomsten in de agrarische sector zijn afkomstig van de veehouderij. Het zuiden van Zweden is qua vee het dichtstbevolkt, met name vanwege varkens- en melkveehouderijen. Zweden is lid van de EU. Het is dan ook mogelijk om EU-subsidies in Zweden te krijgen.

Enkele kenmerken

Waardering en kansen voor ondernemerschap
Infrastructuur is goed
Levering aan eigen markt
Voldoende landbouwgrond
Meer teelt mogelijkheden door opschuivende klimaatgrens

unsplash_EbuovmE9hjE.jpg